Romans 8:15-17
15Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader! ▼▼ den Geest der dienstbaarheid Alzo noemt hij de werking des Geestes Gods door de wet, die de harten der mensen door de dreigementen tegen de overtreders verslaat en bevreesd maakt, gelijk daarvan een klaar voorbeeld is in de Israëlieten, als God de wet der tien geboden voor hen van den berg heeft uitgesproken; Exo 20:19 . Waarop de apostel hier ziet, alsook Heb 12:18-19 .
,
▼
,
▼▼ Abba, Vader Dat is, wij Hem vrijmoedig durven aanroepen als onzen Vader. Het woord Abba betekent in de Syrische taal Vader, hetwelk de apostel hier gehouden heeft, omdat het een woord is vol genegenheid, hetwelk de jonge kinderen bijna in alle talen behouden; en hij zet daarbij het woord Vader, niet alleen om hetzelve te verklaren, maar ook om de beweging en zonderlinge genegenheid der gelovigen in dit roepen tot God beter uit te drukken; gelijk ook Christus deze verdubbeling van het woord Vader tot dien einde heeft gebruikt in Zijn meeste benauwdheid, Mar 14:36 , en aan het kruis de verdubbeling van het woord Mijn God, Mijn God, Mar 15:34 . Ziet hierna vs.26.
16Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn. ▼▼ getuigt met onzen geest, Of, getuigt mede tot onzen geest. Dat is, de Heilige Geest beweegt niet alleen ons om God voor onzen Vader aan te roepen, maar getuigt ook inwendig tot onzen geest dat wij Gods kinderen zijn; of betuigt met onzen geest. Dat is, tezamen met onzen geest, die ons ook mede getuigt, door de aanmerking der kentekenen van het kindschap Gods, die onzen geest door Gods Geest in zichzelve bevindt; welke getuigenis, hoewel zij niet altijd even krachtig is in de gelovigen, zo openbaart zij nochtans zich menigmaal in hun meeste vernedering en benauwdheid.
17En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God, en medeerfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. ▼▼ van God, Namelijk als van onzen Vader, die ons met zich deel geeft aan zijn hemelse goederen.
,
▼
,
▼▼ met Hem lijden, Dat is, gewillig zijn om te lijden, en in hetzelve lijdzaam, als het God belieft ons daartoe te roepen; Act 5:41 ; 2Ti 2:12 . En hier begint de apostel het tweede deel van dit hoofdstuk, stellende verscheidene grondige redenen van troost voor, om de gelovigen in dit lijden te versterken, en van de eindelijke overwinning, naar zijn voorbeeld, te verzekeren.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA