Romans 9:17

17Want de Schrift zegt tot Farao: Tot ditzelve heb Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse aarde.
  tot Faraö Met dit voorbeeld van Farao bewijst hij het tweede lid van het antwoord op de voorgaande tegenwerping, namelijk dat er ook gene onrechtvaardigheid is ten aanzien van degenen, die in hunne zonden worden verlaten en verworpen, dewijl God zulks rechtvaardiglijk doet en tot eer van Zijnen naam richt.
,
 verwekt, Dit woord verwekken kan genomen worden, òf voor de verwekking van Farao tot het koninkrijk, òf voor zijne behoudenis in het midden van al de plagen, die God over hem en zijn volk had gebracht. En ook wordt tevens daaronder verstaan zijne verharding tegen het volk Israëls en Gods bevel, gelijk uit het besluit van Paulus in vs.18 blijkt; niet dat Hij hem tot zondigen zou hebben verwekt, hetwelk niet zijn kan, Jam 1:13 , maar omdat Hij hem rechtvaardig in zijne zonden heeft verlaten, en aan zijn eigen boze en hoogmoedige begeerten overgegeven, waardoor hij tegen God en Zijn gebod zolang heeft geworsteld, totdat God de verdiende straf over hem heeft uitgevoerd, en Zijne eer en macht alzo voor de gehele wereld aan hem betoond. Zie Pro 16:4 ; Hab 1:12 .
Copyright information for DutSVVA