‏ Romans 9:20

20Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengenen, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt?
 o mens, In dit woord mens is de eerste reden van antwoord, dewijl een broos mens niet behoort tegen God te twisten, als te gering en onbekwaam zijnde om over Gods doen te oordelen.
,
 tegen God antwoordt? Of, God tegenspreekt?
,
 het maaksel tot dengene, Dit is het tweede deel van Paulus' antwoord, waarmede hij toont dat het den mens onbetamelijk is aan God redenen van zijn doen af te eisen, dewijl God zijn Schepper is, en hij Zijn maaksel of schepsel. Zie Isa 45:9 .
Copyright information for DutSVVA