Ruth 1:8-9
8Zo zeide Naomi tot haar twee schoondochters: Gaat heen, keert weder, een iegelijk tot het huis van haar moeder; de Heere doe bij u weldadigheid, gelijk als gij gedaan hebt bij de doden, en bij mij. ▼ , ▼▼ doden, en bij mij Versta, Machlon en Chiljon, zonen van Naómi en gewezen mannen van haar schoondochters.
9De Heere geve u, dat gij ruste vindt, een iegelijk in het huis van haar man! En als zij haar kuste, hieven zij haar stem op en weenden; ▼
,
▼▼ man Die gij zult mogen trouwen.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA