Song of Solomon 5:6

6Ik deed mijn Liefste open, maar mijn Liefste was geweken, Hij was doorgegaan; mijn ziel ging uit vanwege Zijn spreken; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet, ik riep Hem, doch Hij antwoordde mij niet.
 Ik deed Dit gaat nog een trap verder, te weten, dat zij opgestaan zijnde, zelve de deur opent, opdat de Koning der ere tot haar zou mogen inkomen, ter zijde stellende alle uitvluchten, haar verhinderende van het genieten zijner lieflijke tegenwoordigheid.
,
 was geweken, Hij was doorgegaan Door de verdubbeling dezer rede, met welke de Bruid klaagt over het weggaan van haar Bruidegom, wordt te kennen gegeven haar hartelijke droefenis, overmits zij zijne tegenwoordigheid niet mocht genieten, gelijk zij in vorige tijden gedaan had.
,
 mijn ziel ging uit Dat is, ik was als dood; te weten van schrik en vrees. Zie Gen 35:18 , en Gen 42:28 , en de aantekening aldaar; als ook 1Ki 10:5 . Of, mijne ziel ging uit; te weten vanwege de grote liefde en het hartelijk verlangen, dat ik naar Hem had.
,
 vanwege Dat is, omdat Hij zo troostelijk met mij gesproken had, vs.2, hetwelk ik tevoren zo niet ter harte nam, maar nu daardoor zeer bewogen werd.
,
 ik vond Hem niet, Dit is een van de grootste zwarigheden, die de kinderen Gods overkomen, dat het schijnt dat God hun gebed niet verhoort, al roepen zij dag en nacht tot Hem; Psa 22:3 ; Isa 59:1-3 .
Copyright information for DutSVVA