‏ Titus 3:5

5Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes;
 uit de werken Namelijk als oorzaken die de zaligheid zouden verdienen of waardig zijn.
,
 der rechtvaardigheid, Grieks, die in de rechtvaardigheid zijn; dat is, die gedaan zijn naar de wet Gods, die de regel is van alle rechtvaardigheid; zodat hier klaar uitgesloten worden alle goede werken, gedaan niet alleen naar de wet der ceremoniën, maar ook naar de wet der zeden of de tien geboden.
,
 die wij gedaan hadden, Namelijk niet alleen voor onze bekering en rechtvaardigmaking, alsof wij ons door deze daartoe zouden bereid hebben, maar ook die na de bekering zijn gedaan, zodat tegen deze werken niet gesteld worden de werken na de bekering, maar de barmhartigheid Gods, die alle werken uitsluit; Rom 9:16, en Rom 11:6.
,
 door het bad Dat is, door de wedergeboorte en vernieuwing des Heilige Geestes, die als een waterbad is, waardoor de vuiligheden onzer zonden gewassen en gereinigd worden, Eze 36:25-27, waarvan het waterbad des doops een teken en zegel is. Zie dergelijke wijze van spreken Rom 4:11.
Copyright information for DutSVVA