Zechariah 2:10-11

10Juich en verblijd u, gij dochter Sions; want zie, Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen, spreekt de Heere.
 Juich en verblijd u, Dit spreekt Christus tot de gelovige Joden; en dit is de zin alsof Christus zei: Ik zal niet verschijnen in de schaduwen van het Oude Testament, maar lichamelijk; Joh 1:14 ; Col 2:9 , en 1Ti 3:16 .
11En vele heidenen zullen te dien dage den Heere toegevoegd worden, en zij zullen Mij tot een volk wezen; en Ik zal in het midden van u wonen; en gij zult weten, dat de Heere der heirscharen mij tot u gezonden heeft.
 vele heidenen Of volken, of natiën. Het woord velen ziet voornamelijk op de tijden der predikatiën van de apostelen; zie Isa 2:2-3 .
,
 te dien dage Te weten, ten dage van de geestelijke verlossing der kerk door Christus, die door de lichamelijke verlossing van het Joodse volk uit de Babylonische gevangenschap is afgebeeld geworden.
,
 van u wonen; O Zion, o mijne gemeente, Ik zal onder u wonen, prediken en wonderen doen.
,
 dat de HEERE der heirscharen Dat is, dat Ik die de Zoon Gods ben, van den Vader gezonden ben om ulieden dit te boodschappen en om in het midden van ulieden te wonen, opdat gijlieden met de heidenen mij toegevoegd zijnde, mijn volk zijt.
Copyright information for DutSVVA