Zechariah 2:4-5

4En hij zeide tot hem: Loop, spreek dezen jongeling aan, zeggende: Jeruzalem zal dorpsgewijze bewoond worden, vanwege de veelheid der mensen en der beesten, die in het midden derzelve wezen zal.
 hij zeide Te weten, Christus de Heere.
,
 tot hem Te weten, tot dien geschapen engel.
,
 dezen jongeling aan, De profeet bedoelt zichzelven, die toen nog een jong man was. Of een jongeling is hier te zeggen een dienstknecht, gelijk dan ook bedaagde personen aldus genoemd worden; Exo 33:11 ; Num 11:27 ; 1Ki 11:28 ; 2Ki 4:12 , en 2Ki 19:6 .
,
 dorpsgewijze bewoond worden, Dat is, zonder muren, dewijl men de zeer grote menigte der mensen met geen muren zal kunnen omvangen noch besluiten. Anders Jeruzalem zal de dorpen bewonen; dat is, die van Jeruzalem zullen vanwege de menigte der mensen, ook in de dorpen zich metterwoon moeten begeven. Doch men moet dit verstaan gesproken te zijn van de grote menigte der mensen, die in Christus geloven en zich onder zijn geestelijk rijk begeven zouden, want de algemene kerk zou zich strekken door de ganse wereld; zie Isa 54:1-3 , en Isa 60:4 , Isa 60:11 .
,
 der beesten, Verg. Jer 31:27 .
5En Ik zal haar wezen, spreekt de Heere, een vurige muur rondom; en Ik zal tot heerlijkheid wezen in het midden van haar.
 een vurige muur rondom; Dat is, Ik zal hen alzo beschutten dat hunne vijanden hen niet zullen kunnen genaken, en zo er iemand is, die hen zou willen aantasten, die zal als met vuur verteerd en vernield worden. Verg. Isa 26:1 , en Isa 60:18-19 ; Jer 15:20 ; verg. ook Psa 125:2 , en 2Ki 6:17 .
,
 Ik zal tot heerlijkheid wezen Dat is, Ik zal hun tot eer en heerlijkheid gereiken; Ik zal de burgers en inwoners dier stad of gemeente met vele en grote weldaden vereren en begenadigen.
Copyright information for DutSVVA