Zechariah 4:2-3
2En Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie, en ziet, een geheel gouden kandelaar, en een oliekruikje boven deszelfs hoofd, en zijn zeven lampen daarop; die lampen hadden zeven en zeven pijpen, dewelke boven zijn hoofd waren; ▼ , ▼▼ pijpen, Of, kranen, of buisjes, door welke de olie kwam uit de oliekruik in de zeven lampen, op elke lamp een pijp passende.
,
▼▼ zijn hoofd waren; Te weten, van den kandelaar; hoofd, dat is hoogte.
3En twee olijfbomen daarnevens, een ter rechterzijde van het oliekruikje, en een tot deszelfs linkerzijde. ▼▼ daarnevens, Of, daarbij; of daarop.
Copyright information for
DutSVVA