Zechariah 7:3

3Zeggende tot de priesters, die in het huis des Heeren der heirscharen waren, en tot de profeten, zeggende: Moet ik wenen in de vijfde maand, mij afzonderende, gelijk als ik gedaan heb nu zo vele jaren?
 tot de profeten, Te weten, Haggaï, Zacharia en Maleachi.
,
 wenen Dat is, treuren, droevig zijn en vasten. De zin is: Is men verbonden dien vastendag met wenen en treuren te onderhouden, [nu de tempel bijna herbouwd is] die voortijds is ingesteld ter gedachtenis van de verwoesting van den tempel? Zie 2Ki 25:9 , en Jer 52:13 .
,
 in de vijfde maand, Ten dele met Juli overeenkomende. In deze maand zijn tempel en stad verwoest geworden; 2Ki 25:9 , en Jer 52:12 .
,
 mij afzonderende, Dat is, mij onthoudende, te weten van eten en drinken en andere verkwikkingen van het lichaam en mijne ziel kwellende. Zie Joel 2:15 , enz.
Copyright information for DutSVVA