Zephaniah 1:5

5En die zich nederbuigen op de daken voor het heir des hemels, en die zich nederbuigende zweren bij den Heere, en zweren bij Malcham;
 En Te weten, Ik zal uitroeien.
,
 die zich nederbuigende Dat is, niet allen degenen, die openbare afgodendienaars waren, maar ook hen, die een vermengde religie hebben en die nevens of met hunne afgoden ook den ware God dienen willen. Hetwelk God verbiedt 1Ki 18:21 , en 2Ki 17:33 ; Eze 20:39 .
,
 de daken Die in Judea en andere landen daar omheen, plat waren; zie de aantekening bij Deu 22:8 , en op welke zij dikwijls hunne afgoderij bedreven; zie 2Ki 23:12 , en Jer 19:13 .
,
 het heir des hemels, Dat is, voor de sterren, zon en maan. Zie de aantekening bij Deu 4:19 , en Jer 7:18 , en Jer 10:2 .
,
 zweren bij den HEERE, Of, den Heere zweren, gelijk 2Ch 15:14 ; hetwelk betekent Gode gehoorzaamheid en onderhouding zijner geboden beloven, en zich Gode heiligen en overgeven.
,
 zweren Zie de aantekening bij Jer 49:1 .
,
 bij Malcham; Of, Melech, of Moloch, den afgod der kinderen Ammons. Doch onder dezen afgod kan men ook alle andere afgodenn verstaan, welken de afgodendienaars noemden hunne koningin. Melech betekent in het Hebr. een koning.
Copyright information for DutSVVA