Zephaniah 2:5
5Wee den inwoneren van de landstreek der zee, den volken der Cheretim! Het woord des Heeren zal tegen ulieden zijn, gij Kanaän, der Filistijnen land! en Ik zal u verdoen, dat er geen inwoner zal zijn. ▼ , ▼ , ▼▼ Het woord des HEEREN Dat is, de straf, die de Heere u gedreigd heeft in zijn woord, zal ulieden overkomen; gijlieden, die anderen tot nog toe geplaagd hebt, zult nu ook geplaagd worden, nadat de Heere zijn volk zal gekastijd hebben.
,
▼▼ Ik zal u Te weten, Ik de Heere.
,
▼▼ verdoen, Of, verdelgen.
Copyright information for
DutSVVA