‏ Zephaniah 3:3-4

3Haar vorsten zijn brullende leeuwen in het midden van haar; haar rechters zijn avondwolven, die de beenderen niet breken tot aan den morgen.
 avondwolven, Die des avonds romdom sluipen, te weten, om op de schapen te loeren; zie Hab 1:8 . Men kan ook door avond verstaan den nacht, gelijk Zep 2:7 .
,
 die de beenderen Maar terstond hunne prooi met vlees en beenderen opvreten, nietmetal, ja zelf de beenderen niet overlatende tot des anderen daags 's morgens. Hebr. die niet ontbenen tot 's morgens. Zie Num 24:8 , en verg. Jer 5:6 .
,
 tot aan den morgen Of, op den morgen, of tot op den morgen.
4Haar profeten zijn lichtvaardig, gans trouweloze mannen; haar priesters verontreinigen het heilige, zij doen der wet geweld aan.
 trouweloze mannen; Hebr. mannen der trouweloosheden, die God noch de mensen getrouw zijn.
,
 verontreinigen het heilige, Dat is, ontheiligen, of ontwijden het heiligdom, of hetgeen den Heere gehieligd en geofferd werd; of, zij prediken het woorde Gods niet oprecht en leggen het niet uit in zijn rechten zin.
,
 zij doen der wet geweld aan Zie de aantekening bij Eze 22:26 ; verg. Mat 23:16 ; Mar 7:9-10 , enz.
Copyright information for DutSVVA